Hieronder citeer ik voor eigen doeleinden enkele paragrafen uit CTIVD-toezichtsrapporten 31 (sep 2010 – aug 2011) en 35 (sep 2011 – aug 2012) over het toezicht op de inzet door de AIVD van Artikel 27-3 WIV2002 (SIGINT-selectie; selectie op identiteit, nummer of technisch kenmerk na ongerichte interceptie van niet-kabelgebonden communicatie). Dit bericht is complementair aan wat ik hier en hier berichtte over het toezicht op de inzet van dat artikel. Vetgedrukte markering is van mij.
Toezichtsrapport 31 – periode sep 2010 – aug 2011
Van pagina 5-6:
Het aantal operaties waarin artikel 27 Wiv 2002 is ingezet is in de loop van de periode september 2010 tot en met augustus 2011 sterk gestegen. Dit is mede te verklaren door toenemende technische mogelijkheden en toenemende bekendheid met dit bijzondere inlichtingenmiddel. De stijging is op alle onderzoeksterreinen te zien waarin van artikel 27 Wiv 2002 gebruik wordt gemaakt.
Voor deze inzet van de bevoegdheid tot selectie op basis van ongericht ontvangen niet-kabelgebonden telecommunicatie (hierna: de selectie van Sigint) past de wet hetzelfde regime toe als voor de inzet van een tap of een microfoon aangezien in beide gevallen gericht kennis wordt genomen van de inhoud van de communicatie van personen en organisaties. [Voetnoot 7: Kamerstukken II 1997/98, 25 877, nr. 3, p. 44-45.] In toezichtsrapport 19 stelde de Commissie vast dat de AIVD niet zorgvuldig omging met de selectie van Sigint. Veelal werd niet toegelicht aan wie de nummers en technische kenmerken toebehoorden en waarom deze telecommunicatie diende te worden geselecteerd. De Commissie kwam hierop tot de slotsom dat zij onvoldoende kennis droeg van de motivering van de selectie, waardoor zij geen oordeel kon geven over de rechtmatigheid van de selectie van Sigint op grond van artikel 27 lid 3 sub a en b Wiv 2002. De Commissie beval dringend aan de verzoeken om toestemming dan wel verlenging voor de inzet van deze bijzondere bevoegdheden te voorzien van een op de selectiecriteria toegespitste motivering. [Voetnoot 8: Toezichtsrapport van de CTIVD nr. 19 […], Kamerstukken II 2008/09, 29 924, nr. 29 (bijlage) § 7, beschikbaar op www.ctivd.nl.] In haar reactie op dit rapport gaf de minister van BZK aan het met de Commissie eens te zijn, maar tevens zorgen te hebben over de praktische uitvoerbaarheid van de aanbeveling. De minister zegde toe dat de AIVD hieromtrent in nader overleg zou treden met de Commissie. [Voetnoot 9: Kamerstukken II 2008/09, 29 924, nr. 29, p. 5 en 6.] In toezichtsrapport 26 inzake de uitvoering van de inlichtingentaak buitenland door de AIVD stelde de Commissie vast dat voor wat betreft de toepassing van artikel 27 Wiv 2002 in het kader van die taak nog steeds in veel gevallen niet was gespecificeerd aan wie een kenmerk toebehoorde en waarom het van belang was kennis te nemen van de informatie die via dit specifieke kenmerk kon worden verworven. Wel bleek de Commissie dat naarmate Sigint-operaties langer liepen, de AIVD beter kon aangeven aan wie de kenmerken toebehoorden en beter kon onderbouwen waarom de inzet ten aanzien van deze personen gelegitimeerd was. De Commissie benadrukte dat de AIVD er ernstig naar dient te streven om zo snel mogelijk te specificeren tegen welke persoon of organisatie Sigint wordt ingezet. [Voetnoot 10: Toezichtsrapport van de CTIVD nr. 26 inzake de rechtmatigheid van de uitvoering van de inlichtingentaak buitenland door de AIVD, Kamerstukken II 2010/11, 29 924, nr. 68 (bijlage), § 5.4, beschikbaar op www.ctivd.nl.] In toezichtsrapport 28 inzake de inzet van Sigint door de MIVD heeft de Commissie vervolgens het juridisch kader uitgewerkt voor het gehele proces van de verwerking van Sigint. Ook in dat toezichtsrapport was de Commissie genoodzaakt te concluderen, ditmaal ten aanzien van de MIVD, dat zij geen oordeel kon geven over de rechtmatigheid van de toepassing van artikel 27 omdat zij onvoldoende kennis draagt van de motivering. [Voetnoot 11: Toezichtsrapport van de CTIVD nr. 28 inzake de inzet van Sigint door de MIVD, Kamerstukken II 2011/12, 29 924, nr. 74 (bijlage), § 8.3.4, beschikbaar op www.ctivd.nl.]
De Commissie heeft in het onderhavige onderzoek de Sigint-operaties bestudeerd en komt tot dezelfde constateringen als in de toezichtsrapporten 19 en 26. Zij onthoudt zich dan ook opnieuw van een oordeel over de rechtmatigheid van de selectie van Sigint door de AIVD.
De Commissie zal in het volgende diepteonderzoek naar de inzet van de afluisterbevoegdheid en de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD nagaan in hoeverre de motivering van de selectie van Sigint is verbeterd. Zij stelt zich op het standpunt dat de AIVD, na het kader dat en de aanknopingspunten die de Commissie in met name de toezichtsrapporten 19 en 28 heeft gegeven, in staat moet zijn om de inzet van deze bevoegdheid afdoende te motiveren. De Commissie heeft vernomen dat een wijziging van de Wiv 2002 in de maak is waarin onder meer de bepalingen inzake de inzet van Sigintmiddelen zullen worden herzien. De Commissie ziet met belangstelling uit naar het voorstel voor de wetswijziging. Deze ontwikkelingen nemen evenwel niet weg dat de AIVD dient te voldoen aan de eisen die de huidige Wiv 2002 stelt aan de selectie van Sigint.
Toezichtsrapport 35 – periode sep 2010 – aug 2011
Van pagina 4-8:
Het aantal operaties in het kader waarvan artikel 27 Wiv 2002 is ingezet is gedurende de periode van september 2011 tot en met augustus 2012 vrijwel constant gebleven. Ten opzichte van de voorafgaande periode van september 2010 tot en met augustus 2012 is een beperkte toename waar te nemen. Het gebruik van de bevoegdheid tot selectie op basis van ongericht ontvangen niet-kabelgebonden telecommunicatie (hierna: de selectie van Sigint) is betrekkelijk gering ten opzichte van de bevoegdheid ex artikel 25 Wiv 2002.
[…]
In het voorgaande toezichtsrapport inzake de toepassing van de afluisterbevoegdheid en de selectie van Sigint, toezichtsrapport nr. 31, heeft de Commissie zich onthouden van een oordeel over de rechtmatigheid. [Voetnoot 11: Toezichtsrapport van de CTIVD nr. 31 […], Kamerstukken II 2011/12, 29 924, nr. 86 (bijlage), § 3.2, beschikbaar op www.ctivd.nl.] Wel gaf zij aan dat in het volgende diepteonderzoek naar de inzet van de afluisterbevoegdheid en de bevoegdheid tot de selectie van Sigint door de AIVD, dat wil zeggen het onderhavige onderzoek, de Commissie zal nagaan in hoeverre de motivering van de selectie van Sigint is verbeterd.
In het onderhavige toezichtsrapport heeft de Commissie één specifieke operatie waarin de selectie van Sigint is toegepast nader onderzocht. Zij geeft derhalve geen oordeel over de rechtmatigheid van de toepassing van de selectie van Sigint in het algemeen. De samenhang met een andere operatie waaraan de Commissie in dit diepteonderzoek in het bijzonder aandacht heeft besteed, heeft haar doen besluiten om ook de selectie van Sigint hierbij te betrekken. De Commissie heeft in de door haar onderzochte operatie een aantal onrechtmatigheden geconstateerd. Daarnaast heeft de Commissie vastgesteld dat sprake is van onzorgvuldigheden ten aanzien van de motivering. De bevindingen in dit kader zijn weergegeven in paragraaf 6.[…]
6 Toepassing van de bevoegdheid tot selectie van Sigint
De Commissie heeft een specifieke operatie waarin de bevoegdheid tot selectie van Sigint is toegepast nader onderzocht. De Commissie constateert dat binnen de onderzochte operatie Sigint is geselecteerd aan de hand van een groot aantal kenmerken dat betrekking heeft op personen en organisaties. Door middel van selectie aan de hand van deze kenmerken tracht de AIVD informatie te verzamelen. Deze kenmerken zijn ingedeeld in verschillende categorieën. De Commissie constateert dat iedere categorie betrekking heeft op een organisatie en dat onder een bepaalde categorie alle kenmerken zijn geschaard die (zijdelings) zijn gerelateerd aan de betrokken organisatie. De verschillende organisaties worden door de AIVD als belangrijk knooppunt van informatie gezien.De Commissie heeft zich in het onderhavige rapport geconcentreerd op één van deze categorieën. Zij stelt vast dat onder deze categorie een substantieel aantal kenmerken is gevat waarbij ter motivering enkel is aangegeven dat het een telecommunicatiekenmerk betreft dat toebehoort aan een bepaalde persoon gelieerd aan een organisatie. Een aantal van deze kenmerken behoort toe aan een bijzondere categorie personen onder wie (beperkt) verschoningsgerechtigden. De Commissie constateert dat een motivering die is toegesneden op het individuele kenmerk in het geheel ontbreekt en dat evenmin een motivering is opgenomen waarin door de AIVD aandacht is besteed aan het feit dat het in bepaalde gevallen gaat om een bijzondere categorie personen. De Commissie acht dit onzorgvuldig. De Commissie sluit niet uit dat in een aantal gevallen een adequate motivering wel mogelijk zou zijn geweest en dat aldus sprake is van een tekortkoming op het procedurele vlak zonder dat er sprake is van een inhoudelijk ontoelaatbare inzet van artikel 27 Wiv 2002. Zij is evenwel van oordeel dat in een substantieel aantal andere gevallen een adequate motivering niet mogelijk was, zodat de toepassing van artikel 27 Wiv 2002 ten aanzien van deze kenmerken als onrechtmatig moet worden aangemerkt. Deze onrechtmatigheid is gelegen in de bijzondere categorie personen jegens wie de bijzondere bevoegdheid is toegepast. De Commissie beveelt aan dat de uit de operatie voortgekomen gegevens ten aanzien van deze gevallen ingevolge artikel 43 Wiv 2002 worden verwijderd en vernietigd.
De Commissie stelt voorts vast dat de kenmerkenlijst ten aanzien van deze categorie in de loop der tijd niet of nauwelijks is veranderd ondanks dat veel van deze kenmerken nauwelijks of geen opbrengst hebben opgeleverd. De afwezigheid van enige opbrengst kan zijn gelegen in de aard van het middel Sigint. De communicatie kan door het bereik van de satellietschotels niet intercepteerbaar zijn. De Commissie acht het acceptabel de kenmerken te handhaven mits op gezette tijden wordt heroverwogen of handhaving van de desbetreffende kenmerken nog steeds voldoet aan de wettelijke vereisten voor de toepassing van de bijzondere bevoegdheid en deze heroverweging schriftelijk wordt vastgelegd. Voor zover de selectie van bepaalde kenmerken wel communicatie heeft opgeleverd maar deze communicatie niet relevant bleek te zijn dient de AIVD deze kenmerken uit de Sigint-last te halen.
De Commissie constateert dat de AIVD ten aanzien van de proportionaliteit en subsidiariteit in de aanvraag overweegt dat de toepassing van selectie van Sigint de AIVD in staat stelt om op een betrekkelijk eenvoudige en efficiënte manier inlichtingenmatig onderzoek te verrichten waarbij het afbreukrisico beperkt blijft, zeker in vergelijking tot andere bijzondere bevoegdheden. Hieruit concludeert de AIVD dat de selectie van Sigint ruimschoots aan de principes van subsidiariteit en proportionaliteit voldoet. In het verlengde van wat de Commissie in dit verband heeft opgemerkt in paragraaf 4 van dit toezichtsrapport is de Commissie van oordeel dat niet afdoende is gemotiveerd dat is voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Zo komt de belangenafweging tussen het na te streven doel en het nadeel voor de betrokken persoon, welke wordt vereist door artikel 31, derde lid, Wiv 2002 niet tot uiting in de motivering van de aanvraag. Dit geldt eveneens voor de overweging dat niet met een minder ingrijpende bevoegdheid kon worden volstaan zoals vereist door artikel 32 Wiv 2002, waarbij de specifieke omstandigheden van de betrokken persoon dienen te worden betrokken en het afbreukrisico geen rol speelt. De Commissie is van oordeel dat dit onzorgvuldig is.
EOF