Op 16 januari 2015 is het volgende convenant gepubliceerd in de Staatscourant, inzake samenwerking tussen AIVD, MIVD, NCTV, politie en OM ten behoeve van analyse van botnets:
Convenant tussen AIVD, MIVD, NCTV, Politie en OM inzake de pilot versterkte samenwerking CAT-5
Partijen:
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, te dezen vertegenwoordigd door het Hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst,
De Minister van Defensie, te dezen vertegenwoordigd door de Directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst,
De Minister van Veiligheid en Justitie, te dezen vertegenwoordigd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid,
De Politie, te dezen vertegenwoordigd door de Korpschef, en
Het College van Procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie, te dezen vertegenwoordigd door het hoofd van het landelijk parket,
Overwegende:
– Dat in het kader van de versterking van de samenwerking op het terrein van cybersecurity door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD), de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de Politie en het Openbaar Ministerie (OM) is besloten tot het uitvoeren van een pilot voor een versterkte samenwerking ten aanzien van de analyse van botnets;
– Dat partijen ten behoeve van deze pilot hebben besloten tot het instellen van een cyber analyse team, genaamd CAT-5, bestaande uit medewerkers van partijen, uitgezonderd het OM, waarbinnen een gezamenlijke analyse van botnets, met het oog op het belang van de nationale veiligheid, wordt verricht;
– Dat partijen voorts ten behoeve hiervan hebben besloten tot het instellen van een stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van alle partijen, die overlegt en een oordeel geeft over de opzet van en de gang van zaken binnen CAT-5, alsmede adviseert over de verstrekking van analyses van CAT-5;
– Dat partijen, uitgezonderd het OM, in de pilot, met behoud van ieders verantwoordelijkheden en bevoegdheden, technische en operationele gegevens aangaande botnets, die zij door eigen onderzoek of uit samenwerking met andere partijen hebben verkregen, bij elkaar brengen ten behoeve van bovengenoemde gezamenlijke analyse in CAT-5;
– Dat partijen door genoemde gezamenlijke analyse een beter inzicht kunnen verkrijgen aangaande botnets dan wanneer partijen afzonderlijk analyses uitvoeren en zij daardoor ook de effectiviteit van de uitvoering van hun taken ten aanzien van dit onderwerp kunnen vergroten;
– Dat partijen CAT-5 wensen onder te brengen bij de AIVD en de werkzaamheden in dat team wensen te laten plaatsvinden onder het regime van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002;
– Dat de medewerkers van de AIVD, de medewerkers van de politie en de bij de AIVD gedetacheerde medewerkers van de NCTV, die worden aangewezen om werkzaamheden in CAT-5 te verrichten, met inbegrip van de projectleider, deze werkzaamheden verrichten overeenkomstig de aanwijzingen van het hoofd van de AIVD en onder verantwoordelijkheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de medewerkers van de MIVD, die worden aangewezen om werkzaamheden in CAT-5 te verrichten, deze werkzaamheden verrichten overeenkomstig de aanwijzingen van de directeur van de MIVD en onder verantwoordelijkheid van de Minister van Defensie;
– Dat partijen met dit convenant nadere afspraken wensen te maken met betrekking tot de samenwerking in voornoemde pilot;
Gelet op:
– De artikelen 6, 7, 12, 13, 14, 17, 35 tot en met 41, 43, 58, 60, 62, 85 en 86 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (WIV2002);
– Artikel 17 van de Wet politiegegevens (Wpg);
– De artikelen 8, onderdeel e, en 9 van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
Spreken het volgende af:
Artikel 1 (definities)
In dit convenant wordt verstaan onder:
- a. stuurgroep:
- de stuurgroep, met daarin vertegenwoordigers van de partijen, onder voorzitterschap van de NCTV, die overlegt en een oordeel geeft over de opzet van en de gang van zaken binnen CAT-5, alsmede adviseert over de verstrekking van analyses van CAT-5;
- b. botnet:
- een netwerk bestaande uit geautomatiseerde werken die buiten de wil van de rechthebbenden daarvan bijdragen aan centraal gecoördineerde activiteiten;
- c. CAT-5:
- het cyber analyse team, met daarin medewerkers van de partijen, uitgezonderd het OM, waarbinnen de in artikel 6 bedoelde analyse wordt uitgevoerd;
- d. projectleider CAT-5:
- de medewerker, bedoeld in artikel 4, eerste lid, die op voorstel van de stuurgroep is aangewezen om de werkzaamheden van de overige medewerkers, bedoeld in artikel 4, eerste lid, te coördineren.
Artikel 2 (doel convenant)
Het doel van dit convenant is het maken van nadere afspraken over de pilot voor de versterkte samenwerking ten aanzien van de analyse van botnets, ten behoeve van het door partijen verkrijgen van een beter inzicht aangaande botnets, met het oog op het belang van de nationale veiligheid, en het vergroten van de effectiviteit van de uitvoering van hun taken ten aanzien van dit onderwerp.
Artikel 4 (aanwijzing medewerkers van partijen)
1. Partijen, uitgezonderd het OM, wijzen één of meer medewerkers aan om werkzaamheden in CAT-5 te verrichten.
2. De korpschef, genoemd in artikel 60, eerste lid, van de WIV2002, draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde medewerker(s) van de Politie worden aangewezen overeenkomstig artikel 60, tweede lid, van de WIV2002.
3. De medewerkers van de NCTV, die op grond van het eerste lid worden aangewezen om werkzaamheden in CAT-5 te verrichten, zullen die werkzaamheden op basis van een detacheringsovereenkomst bij de AIVD verrichten.
4. De medewerkers, die op grond van het eerste lid worden aangewezen om werkzaamheden te verrichten in CAT-5, zullen voorafgaand aan hun werkzaamheden een A+ veiligheidsonderzoek ondergaan.
5. De in het eerste lid bedoelde medewerkers zijn met betrekking tot alle gegevens, waarvan zij kennis nemen bij het verrichten van hun werkzaamheden in CAT-5 en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden, verplicht tot geheimhouding daarvan ten opzichte van een ieder buiten CAT-5, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot bekendmaking daarvan verplicht.
Artikel 5 (verstrekking van gegevens aan CAT-5)
1. Partijen, uitgezonderd het OM, verstrekken ten behoeve van de werkzaamheden in CAT-5, met inachtneming van de toepasselijke wettelijke kaders, meer in het bijzonder de artikelen 17, 35, 58 en 62 van de WIV2002, artikel 17 van de Wpg en de artikelen 8, onderdeel e, en 9 van de Wbp, onder de in artikel 7, tweede lid, bedoelde voorwaarde, de bij hen berustende gegevens aangaande botnets voor zover die relevant zijn voor die werkzaamheden.
2. De in het eerste lid bedoelde verstrekking van gegevens laat de bevoegdheid van een partij tot gebruikmaking van de door die partij aangeleverde gegevens in het kader van de eigen taakuitvoering onverlet.
Artikel 6 (analyse van gegevens binnen CAT-5)
1. De medewerkers, bedoeld in artikel 4, eerste lid, verrichten op basis van de krachtens artikel 5, eerste lid, verstrekte gegevens, binnen CAT-5, met inachtneming van het omtrent de verwerking van gegevens bepaalde in de WIV2002, waaronder het in artikel 43 van die wet bepaalde over verwijdering en vernietiging van gegevens, een gezamenlijke analyse van botnets.
2. De werkzaamheden van de medewerkers, bedoeld in het eerste lid, worden gecoördineerd door de projectleider CAT-5.
3. De medewerkers oefenen bij hun werkzaamheden in CAT-5 geen bevoegdheden tot het opsporen van strafbare feiten uit.
4. De medewerkers oefenen bij hun werkzaamheden in CAT-5 geen bijzondere bevoegdheden als bedoeld in paragraaf 3.2.2. van de WIV2002 uit.
Artikel 7 (verstrekking van gegevens vanuit CAT-5)
1. Verstrekking van de in CAT-5 ontwikkelde analyses, met inachtneming van het hieromtrent bepaalde in de WIV2002, aan personen buiten CAT-5 of aan organisaties vindt niet plaats dan nadat dit door de leden van de stuurgroep is besproken.
2. De op grond van artikel 5, eerste lid, door partijen aan CAT-5 verstrekte gegevens, onderscheidenlijk de vermeldingen daarvan in de in de CAT-5 ontwikkelde analyses, worden niet aan personen buiten CAT-5 of de stuurgroep of aan organisaties verstrekt onderscheidenlijk kenbaar gemaakt dan nadat hiervoor uitdrukkelijk toestemming is gegeven door de partij waarvan de desbetreffende gegevens afkomstig zijn.
Artikel 8 (kosten)
De door deze samenwerking ontstane kosten worden, voor zover het personele kosten betreft, gedragen door de partij waartoe dat personeel behoort, en, voor zover het kosten van huisvesting en middelen betreft, gedragen door de AIVD.
Artikel 10 (geschillen)
Alle geschillen tussen partijen in verband met dit convenant worden in goed onderling overleg tussen de partijen beslecht.
Artikel 11 (wijziging en opzegging)
1. Indien zich omstandigheden voordoen die aanleiding kunnen geven dit convenant te wijzigen, zullen partijen over de noodzaak hiertoe in onderling overleg treden.
2. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken dit convenant te wijzigen. Wijzigingen van dit convenant behoeven de schriftelijke instemming van alle partijen.
3. Elke partij kan dit convenant met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden schriftelijk opzeggen, onder vermelding van de reden hiervoor.
4. Wanneer een partij dit convenant opzegt, blijft dit voor de overige partijen in stand, voor zover de inhoud en strekking ervan zich daartegen niet verzet.
Artikel 12 (inwerkingtreding en duur)
1. Dit convenant treedt in werking op de datum van ondertekening door de laatste van de partijen en wordt aangegaan voor de duur van zes maanden.
2. Partijen evalueren de uitvoering en werking van dit convenant omstreeks de datum waarop het convenant ingevolge het eerste lid eindigt.
3. Na afloop van de in het eerste lid genoemde duur, kunnen partijen schriftelijk overeenkomen dit convenant te verlengen voor een door partijen daarbij nader te bepalen periode.
4. Het bepaalde in artikel 7 van dit convenant blijft van toepassing na beëindiging van het convenant.
Artikel 13 (publicatie in Staatscourant)
1. De tekst van dit convenant wordt uiterlijk binnen een maand na ondertekening gepubliceerd in de Staatscourant.
2. Bij wijziging van dit convenant vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing.
3. Van opzegging van dit convenant wordt melding gemaakt in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen en in vijfvoud opgemaakt,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, namens deze, Het Hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
De Minister van Defensie, namens deze, De Directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
De Minister van Veiligheid en Justitie, namens deze, De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en VeiligheidDe Korpschef van de Politie,
Het College van Procureurs-generaal, namens deze, Het hoofd van het landelijk parket
EOF