[Dutch] Snippets uit Lars Bové’s boek over Staatsveiligheid (VSSE), de Belgische evenknie van de AIVD

‘Staatsveiligheid’ (VSSE) is de Belgische evenknie van de AIVD. Van Belgische journalist Lars Bové verscheen over de Staatsveiligheid in april 2015 het boek De geheimen van de staatsveiligheid. Bové citeert in dat boek onder andere uit gesprekken die hij had met “een topambtenaar bij de Belgische veiligheidsdiensten”. Ik licht daarvan hieronder een passage uit van p.19-22 (van de vijfde druk). In het laatste deel van deze passage stelt de ambtenaar trouwens dat in tegenstelling tot in België, in andere landen waaronder Nederland wél een “cultuur van inlichtingen of intelligence” bestaat, en dat “de wisselwerking tussen de inlichtingendiensten en de beleidsverantwoordelijken [daar] veel professioneler [is]”. Niet duidelijk is van welk jaar de citaten dateren.

‘Er is veel te weinig geweten over de Staatsveiligheid, zeker bij onze politieke klasse. Politici hebben een heel oppervlakkige kijk op de Staatsveiligheid. Hun perceptie leunt vooral aan bij wat ze in Hollywood-films zien, terwijl Staatsveiligheid even levensbelangrijk als gevaarlijk is voor de democratie. Net als alle andere inlichtingendiensten in de wereld. Je kunt ze dus maar beter goed controleren.’
Dit zijn de woorden van een topambtenaar bij de Belgische veiligheidsdiensten. Hij kent de Staatsveiligheid erg goed. Al decennialang werkt hij op het hoogste niveau samen met de dienst, in verschillende hoedanigheden’.
We hebben afgesproken in zijn kantoor in Brussel. Zelfs zijn medewerkers weten niet dat ik hier ben om over de Staatsveiligheid te praten.
‘Ik geef liever mijn ongezouten mening dan de zaken te verbloemen’, klinkt het veelbelovend. ‘De Staatsveiligheid leeft enorm teruggetrokken, op zichzelf. Dat is een probleem.’

[…]

Ik speel advocaat van de duivel: is het niet vanzelfsprekend dat een inlichtingendienst in het geheim werkt? Dat is toch de kracht en het nut van een dergelijke dienst?
De grijze topambtenaar klinkt resoluut: ‘Als niemand mag weten waar haar informatie vandaan komt, dan heeft ze als overheidsdienst wel héél veel macht. Dan kan er van alles gebeuren. Ze kan informatie opkloppen. Ze kan informatie achterhouden. Ze kan ook rustig niets doen, zonder pottenkijkers.’
‘Het is een geheime dienst, ja. Ze moet natuurlijk discreet kunnen werken. Ze moet niet alles prijsgeven. Dat beweer ik ook niet. Maar er is nog een lange weg te gaan, naar meer transparantie en een optimale controle.’
Hij aarzelt even, kijkt uit het raam.
‘Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn bij de Staatsveiligheid.’
Hij richt zijn blik weer even op mij.
‘Worden de agenten van de Staatsveiligheid voldoende opgeleid? Zijn ze deontologisch en psychologisch uitgerust voor een dergelijke baan?’
Ik noteer ijverig. Op al die vragen wil ik antwoorden vinden.
‘Er lopen ook nog altijd “figuren” rond bij de Staatsveiligheid. Je zult ze wel leren kennen. Ze drukken hun stempel op de dienst. Ze hebben het geschopt tot leidinggevende. Ze hebben een lange geschiedenis binnen de dienst. Ze laten zich alleen omringen met vertrouwelingen. Ze gedragen zich als feodale heersers. Zelfs de administrateur-generaal van de Staatsveiligheid weet lang niet alles. Zelfs de topman weet niet wat ze allemaal uitspoken in zijn dienst. Het gaat zo ver dat die “figuren” binnenshuis alle regenstanders proberen uitschakelen om alles in hun voordeel te kunnen manipuleren. En dan heb je ook de lagere inspecteurs die hele namiddagen op café zitten. Die krijgen vrij spel. Ook dat is moeilijk te controleren. Tot er een incident uitlekt: dan worden alle rangen gesloten voor de buitenwereld. En ik beweer niet dat ze om de haverklap dossiers verborgen houden voor hun toezichthouders. Maar het gebeurt wel.’
Ik schrik van zijn openhartigheid, of misschien vooral van het zwartgallige portret van de Staatsveiligheid. Ik vraag gretig door. Hoe is het om samen te werken met een dergelijke dienst? De topambtenaar wikt opnieuw zijn antwoord niet.
‘De Staatsveiligheid heeft de neiging om te concurreren met de politie. Ook met de andere veiligheidsdiensten. In sommige dossiers heeft ze duidelijk alleen informatie gedeeld wanneer het haar uitkwam. De Staatsveiligheid krijgt te veel macht om haar informatie af te schermen. Ze mag alles classificeren. Het wordt hoog tijd dat te veranderen.’
De ambtenaar pauzeert even.
‘Maar de Staatsveiligheid heeft wel een ondankbare opdracht’, verandert hij ineens van toon. ‘Een geheime dienst werkt met informatie en inlichtingen. Dat is wat anders dan de staalharde bewijzen die politie en gerecht gebruiken. Met inlichtingen moet je voorzichtig omspringen. Die kun je niet zomaar duiden. Je mag geen informanten verbranden. Het is allemaal obscuurder.’
Waarom is dat een ondankbare opdracht?
‘Wat de Staatsveiligheid vertelt aan de beleidsvoerders, is nooit goed nieuws. Politici horen niet graag wat de Staatsveiligheid hun te vertellen heeft. Maar een inlichtingendienst moet niet politiek correct zijn. Ze moet vertellen hoe het echt zit. Ik sta altijd versteld dat beleidsvoerders uit de lucht vallen, oprecht verbouwereerd zijn, als het gevaar van moslimterroristen of spionage voorpaginanieuws wordt, terwijl ze over die gevaren al jaren zijn gewaarschuwd door de Staatsveiligheid, binnenskamers, in vertrouwelijke nota’s.’
Politici weten niet hoe de Staatsveiligheid werkt, en als ze er informatie over krijgen, gebeurt er niets mee. Is dat de conclusie?
‘In België weten politici niet wat ze met waarschuwingen van de Staatsveiligheid moeten beginnen. Dus doen ze er liever niets mee, tot de gevaren niet langer te negeren vallen. In België heerst er geen cultuur van inlichtingen of intelligence. In andere landen, zoals de Verenigde Staten, Frankrijk of Nederland heb je wel die cultuur. Daar is de wisselwerking tussen de inlichtingendiensten en de beleidsverantwoordelijken veel professioneler. En dat is zowel de schuld van de Belgische politici, die van verkiezing naar verkiezing hollen, als van de Staatsveiligheid, die een veel te hoge muur om zich heen bouwt. Bij de Staatsveiligheid werken inderdaad nog te veel mensen die niet geheim, maar “geheimzinnig” doen, en dat is geen gezonde situatie.’

EOF

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *